Motiveringsplicht

De verwerende partij betwist niet dat de raadsman van de verzoekende partij voorafgaand aan het nemen van de thans bestreden beslissing, een informeel verzoekschrift indiende waarin wordt gevraagd om alsnog de asielaanvraag te behandelen. In dit document wordt onder meer verwezen naar, enerzijds, een omstandig verslag inzake een psychische evaluatie van de verzoekende partij en, anderzijds, naar verschillende rapporten inzake de situatie van asielzoekers in Bulgarije, waaronder de verwijzing naar een nieuw rapport van Human Rights Watch van 18 september 2014, en dus recenter dan deze die werden gehanteerd door de verwerende partij in de zogenaamde bijlage 26quater van 28 april 2014 waarin melding wordt gemaakt van diverse schendingen van de fundamentele rechten van asielzoekers en vluchtelingen. Uit de motieven van de bestreden beslissing kan geenszins worden afgeleid of de verwerende partij al dan niet rekening heeft gehouden met de voormelde recente elementen aangaande het risico op een schending van artikel 3 van het EVRM die haar door de verzoekende partij ter kennis werden gebracht (RvV 27 oktober 2014, nr. 132232).

De Raad stelt vast dat de verzoekende partij een uiterst gedetailleerd schrijven heeft overgemaakt aan de verwerende partij waarin talrijke uittreksels uit internationale rapporten worden aangehaald en waarin de actuele situatie in Spanje wordt toegelicht, zowel wat de procedure, de internationale bescherming, de vasthouding als de opvangomstandigheden van asielzoekers betreft. Tevens blijkt uit het administratief dossier dat verzoekster ter gelegenheid van haar gehoor naar voor had gebracht dat «de levensomstandigheden in de opvangcentra in Spanje zeer moeilijk en zelfs onmenselijk zijn (…)»

Na raadpleging van de stukken die door de verwerende partij bij het administratief dossier werden gevoegd, stelt de Raad vast dat de rapporten waarop deze laatste zich steunt te algemeen zijn met betrekking tot de inlichtingen die door de verzoekende partij werden aangeleverd vooraleer dat de bestreden beslissing werd genomen en dat zij, gelet op de persoonlijke situatie van verzoekster, geen enkel concreet element bevatten ter ondersteuning van de overweging uit de bestreden beslissing waarin wordt gesteld dat "men geenszins kan besluiten dat men als asielzoeker in Spanje of als lid van de kwetsbare groep van asielzoekers, stelselmatig en automatisch zou worden onderworpen aan een behandeling die strijdig is met artikel  van het EVRM en artikel 4 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie" (RvV 14 oktober 2014, nr. 131379).  

02/02/2015