Vertegenwoordigheidsbevoegdheid advocaten lijst B

De vraag naar de vertegenwoordigings- bevoegdheid in rechte van de advocaten ingeschreven op de lijst B van de leden verbonden aan de Brusselse balie, is het voorwerp geweest van een analyse bij de Raad.

Uit deze analyse gegrond op de gecombineerde lezing van de artikelen 428, 428bis, 439, 440, 477bis et 477 quinquies van het Gerechtelijk Wetboek, blijkt dat alleen de advocaten ingeschreven op het tableau van de Belgische orde, op diens stagiairslijst, of , onder bepaalde voorwaarden, de advocaten die hun beroep uitoefenen met de professionele titel van een andere lidstaat van de Europese Unie in rechte mogen vertegenwoordigen en pleiten voor de hoven en rechtbanken.

Artikel  39/56, alinea 3, van de Vreemdelingenwet voorziet, wat betreft de bevoegdheid om te vertegenwoordigen en te pleiten voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen , in regels die analoog zijn aan deze voorzien in het Gerechtelijk Wetboek.

Met andere woorden mag een advocaat ingeschreven op de lijst van de geassocieerde leden van de balie van Brussel (lijst B) niet optreden in deze hoedanigheid en mag  noch vertegenwoordigen, noch pleiten voor de Raad, en dit zonder enig nadeel te berokkenen  aan het gesloten akkoord tussen de Zwitserse Confederatie (ondertekend op 21 juni 1999) of akkoorden ondertekend met andere buitenlandse niet- Europese  balies krachtens dewelke een advocaat lid van  één van  deze balies zich in deze hoedanigheid voor de gerechten kan voorstellen, en enkel in de mate dat het reglement dit voorziet (als voorbeeld: de conventie gesloten met de American Bar Association).

01/10/2014