Nieuws
Vernietiging visumweigering (Gaza)
De Raad werd gevat met een vordering tot schorsing en nietigverklaring gericht tegen beslissingen tot weigering van visumaanvragen (gezinshereniging) die waren ingediend door Palestijnse familieleden van Belgische en Franse onderdanen. In een arrest nr. 303 148 van 13 maart 2024 heeft de Raad de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid tegen dezelfde beslissingen niet-ontvankelijk bevonden.
Jobstudent voor de griffie (juli of augustus 2024)
Ondersteuning griffie RvV als jobstudent in juli of augustus 2024 :
2 jobstudenten voor de ondersteuning juridische dienst (augustus en september)
De Raad zoekt 2 jobstudenten voor de ondersteuning juridische dienst RVV (augustus en september) :
Jobstudenten voor het onthaal (juli + augustus + september 2024)
De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is op zoek naar jobstudenten voor de ondersteuning van het onthaal (juli + augustus + sept 2024):
Activiteitenverslag 2023
De Eerste voorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen stelt elk jaar een activiteitenverslag op dat hij overmaakt aan de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Het verslag werd dit jaar volledig herzien en biedt thans een beter overzicht van de statistieken, de rechtspraak en de hoogtepunten van de Raad.
We wensen u veel leesplezier!
Vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid tegen een visumweigering is niet ontvankelijk
Verzoekers wensen vanuit Gaza hun familieleden die in België te vervoegen, maar hun visumaanvragen werden geweigerd. Tegen deze weigeringsbeslissingen werd een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid ingediend bij de Raad.
Er wordt niet getwijfeld aan het uiterst dringend karakter van de vordering: de Raad is zich ten volle bewust van de huidige humanitaire catastrofe als gevolg van het conflict in de Gaza-strook, zoals uiteengezet in het verzoekschrift, en van de zorgwekkende situatie van de betrokken familieleden.
Statushouders in Bulgarije en Griekenland
De Raad werd gevat met beroepen gericht tegen beslissingen waarbij verzoeken om internationale bescherming van verzoekers, die reeds in een ander EU-land (Bulgarije en Griekenland) internationale bescherming hadden verkregen, onontvankelijk werden verklaard. Naar aanleiding van deze beroepen verduidelijkt de Raad de draagwijdte van de samenwerkingsplicht, van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en van het begrip ‘bijzondere kwetsbaarheid’. In elk geval, zo stelt de Raad na analyse van de landeninformatie, is een individuele beoordeling van de situatie van de betrokkene vereist.
De Raad bevraagt het Hof van Justitie over de procedurerichtlijn (2013/32/EU)
De Raad wordt gevat met beslissingen ingevolge verzoeken om internationale bescherming die aan de grens zijn ingediend en die door de commissaris-generaal zijn genomen nadat de in artikel 43, lid 2, van Richtlijn 2013/32/EU vastgestelde termijn van vier weken is verstreken. De Raad merkte op dat de verzoekers tot op het moment van het nemen van de beslissingen steeds op dezelfde plaats werden vastgehouden, die geografisch op het grondgebied is gelegen.
Toepassingsgebied van de taalregeling uit artikel 51/4, §1 van de vreemdelingenwet
Naar aanleiding van een vordering in uiterst dringende noodzakelijkheid gericht tegen een beslissing tot terugleiding naar de grens ingevolge een overdrachtsbesluit verduidelijkt de Raad de werkingssfeer van de taalregeling vervat in artikel 51/4, §1 van de Vreemdelingenwet.
Kom jij ons team van de griffie versterken?
Even kennismaken…
Als dossierbeheerder word je tewerkgesteld op de griffie. De griffie staat onder leiding van de hoofdgriffier. De griffie bestaat uit vier diensten die elk een eigen takenpakket hebben: de griffie, het onthaal, de tolkendienst en de expeditie.