Toepassingsgebied van de taalregeling uit artikel 51/4, §1 van de vreemdelingenwet

Naar aanleiding van een vordering in uiterst dringende noodzakelijkheid gericht tegen een beslissing tot terugleiding naar de grens ingevolge een overdrachtsbesluit verduidelijkt de Raad de werkingssfeer van de taalregeling vervat in artikel 51/4, §1 van de Vreemdelingenwet.

Uit de eigen bewoordingen van dit wetsartikel en uit de parlementaire voorbereidingen blijkt dat het toepassingsgebied van de taalregeling beperkt is tot ‘het onderzoek van het verzoek om internationale bescherming’. De bestreden beslissing heeft tot gevolg dat de betrokkene in uitvoering van artikel 51/5, § 4, tweede lid van de Vreemdelingenwet teruggeleid wordt naar de grens en werd genomen in het kader van een procedure die erop gericht is de verantwoordelijke lidstaat te bepalen die bevoegd is voor de behandeling van ‘het verzoek om internationale bescherming’.

De Raad oordeelt dat artikel 51/4 van de Vreemdelingenwet niet van toepassing is op de beslissingen tot het bepalen van de verantwoordelijke lidstaat voor het onderzoek van het verzoek om internationale bescherming en evenmin op de beslissingen tot terugleiding naar de lidstaat die verantwoordelijk is voor het onderzoek van het verzoek om internationale bescherming. Dergelijke beslissingen gaan vooraf aan het ‘onderzoek van het verzoek om internationale bescherming’ en kunnen om die reden niet worden beschouwd als “daaropvolgende” beslissingen in de zin van artikel 51/4 §1, tweede lid van de vreemdelingenwet (RvV 25 januari 2024, nr. 300 608 VK).

25/01/2024