Burundi : de Raad houdt rekening met de aanbevelingen van een onderzoekscommissie van de Raad voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties

In het kader van het onderzoek van het beroep tegen een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus legde verzoeker een verslag neer van de onderzoekscommissie inzake Burundi van de Raad voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties.

Dit verslag, dat op 18 september 2017 werd voorgesteld aan de Raad voor de Mensenrechten, maakt melding van grootschalige mensenrechtenschendingen sedert 2015. Het bevat een aanbeveling aan de lidstaten om prima facie de vluchtelingenstatus te erkennen in hoofde van Burundese asielzoekers. Het nodigt hen ook uit “tot een strikte naleving van het beginsel van non-refoulement en tot het bieden van bescherming aan vluchtelingen”.

De Raad benadrukt in zijn arrest het bijzonder verhelderend karakter van de conclusies van de onderzoekscommissie en sluit zich aan bij voormelde aanbeveling. De actuele veiligheidssituatie in Burundi dient de bevoegde instanties volgens de Raad aan te zetten tot grote voorzichtigheid bij de beoordeling van verzoeken om internationale bescherming van asielzoekers uit Burundi. Onderhavig arrest spoort overigens met een arrest van 23 november 2017, uitgesproken door een kamer met drie leden, dat tot een gelijkaardige conclusie kwam, hoewel deze kamer niet in kennis werd gesteld van het voornoemde verslag. (RvV 8 januari 2018, nr. 197 537 en RvV 23 november 2017, nr. 195 323)  

30/01/2018