Nieuws
De situatie van de Koerden in Turkije
Op grond van de door beide partijen aangebrachte informatie acht de Raad het duidelijk dat pro-Koerdische medewerkers van politieke partijen, van de media en van de openbare dienst of zij die als dusdanig worden aanzien, het voorwerp zijn geweest van gerichte vervolging door de overheid op het ganse Turkse grondgebied. De Raad merkt nog op dat de situatie van de Koerden uiterst precair lijkt in het zuidoosten van het land.
Nieuwe eerste voorzitter en voorzitter
De heer Serge Bodart oefent vanaf 30 augustus 2017 het mandaat uit van korpschef als eerste voorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en dit voor een termijn van 5 jaar. De heer Geert De Boeck oefent vanaf 30 augustus 2017 het mandaat uit van voorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en dit eveneens voor een termijn van 5 jaar.
Prejudiciële vraag UDN aan Grondwettelijk Hof
Tussen de partijen in onderhavig geschil bestaat er controverse en binnen de Raad is er uiteenlopende rechtspraak over de vraag of de schorsingsprocedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid voorbehouden blijft voor gevallen waarin er sprake is van een verwijderings- of terugdrijvingsmaatregel, of dat ook andere beslissingen het voorwerp kunnen zijn van dergelijke procedure.
Verzoek tot horen
Aan verzoeker werd middels een beschikking overeenkomstig artikel 39/73, § 2 van de vreemdelingenwet de grond meegedeeld waarop de kamervoorzitter steunt om te oordelen dat het beroep door middel van een louter schriftelijke procedure kan worden verworpen. Verzoeker diende echter een verzoek tot horen in waarbij hij kenbaar maakte dat hij het niet eens is met deze in de beschikking opgenomen grond.
10 jaar Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
Op 1 juni 2017 vervult de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen al een decennium lang zijn rol als onafhankelijk administratief rechtscollege. Om zijn tiende verjaardag te vieren organiseerde de Raad twee academische zittingen en bracht hij een publicatie uit.
Weigering humanitair visum
Na de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie naar aanleiding van de prejudiciële verwijzing van 7 maart 2017 (HvJ (Grote Kamer), 7 maart 2017, X en X, t. Belgische Staat, C-638/16 PPU), riep de Raad de partijen op voor de zitting van 23 maart 2017.
Vacante betrekking Nederlandstalig voorzitter
De belanghebbende personen worden ervan op de hoogte gebracht dat op 1 juni 2017 de betrekking van Nederlandstalig voorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen te begeven is bij adjunct-mandaat.
De titularis van het adjunct-mandaat van voorzitter wordt overeenkomstig artikel 39/24, § 1 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, door de Koning aangewezen voor een mandaat van vijf jaar. Het mandaat is éénmaal hernieuwbaar.
Weigering visa Turkse imams
De Raad diende zich te buigen over een aantal beslissingen tot weigering van visa lang verblijf aan bedienaren van een erkende eredienst die hun activiteiten in België wensten te komen ontplooien. De gevraagde verblijfsmachtiging werd aan de betrokken imams geweigerd omdat zij niet als dusdanig officieel kunnen worden aangesteld door de Belgische staat omdat de lokale geloofsgemeenschap waar zij zouden gaan prediken niet erkend is door de bevoegde overheid.
Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie
In een eerste zaak dient de Raad zich uit te spreken over een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus, genomen door de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, in toepassing van artikel 52/4, alinea 2, van de vreemdelingenwet ten aanzien van een asielzoeker die definitief veroordeeld is in België voor feiten van slagen en verwondingen, verboden wapenbezit en groepsverkrachting.
Vacante betrekking Franstalig eerste voorzitter
De belanghebbende personen worden ervan op de hoogte gebracht dat de betrekking van Franstalig eerste voorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen te begeven is bij mandaat.