Nieuws
Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie
In een eerste zaak dient de Raad zich uit te spreken over een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus, genomen door de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, in toepassing van artikel 52/4, alinea 2, van de vreemdelingenwet ten aanzien van een asielzoeker die definitief veroordeeld is in België voor feiten van slagen en verwondingen, verboden wapenbezit en groepsverkrachting.
Vacante betrekking Franstalig eerste voorzitter
De belanghebbende personen worden ervan op de hoogte gebracht dat de betrekking van Franstalig eerste voorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen te begeven is bij mandaat.
Onderzoek intern vestigingsalternatief
In een eerder vernietigingsarrest na een beslissing waarbij de vierde asielaanvraag van verzoeker niet in overweging werd genomen, had de Raad vastgesteld dat er geen onderzoek was gedaan “naar de omstandigheden en de veiligheidssituatie in het land van herkomst, in casu Afghanistan, en (…) of verzoeker al dan niet een vestigingsalternatief heeft in één van de grote steden nu uit het bevel blijkt dat ook de Dienst Vreemdelingenzaken niet twijfelt aan de Afghaanse nationaliteit van verzoeker.”
Radicale imam
De Verenigde Kamers van de Raad stelden vast dat de beroepen tegen het koninklijk besluit tot uitzetting van 15 juli 2015 en het koninklijk besluit tot opheffing van 4 maart 2016 (gevoegde zaken 1 en 3) onontvankelijk waren omdat verzoeker niet langer een actueel belang kon doen gelden (RvV 27 oktober 2016, nr. 177 004).
Mededeling eerste voorzitter
De eerste voorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen wenst te reageren op de kritiek die werd geuit op haar rechtscollege naar aanleiding van een arrest dat de tenuitvoerlegging geschorst heeft van een weigering van een visum en dat de Belgische Staat had opgedragen een visum of een laissez-passer aan een Syrisch gezin uit Aleppo af te geven.
Hierbij benadrukt zij dat zij achter al haar rechters staat. Zij kan niet toelaten dat sommigen de Raad “rechterlijk activisme” of “wereldvreemdheid” verwijten.
Weigering humanitair visum
Een christelijk Syrisch gezin uit Aleppo vraagt een visum met territoriaal beperkte geldigheid aan in toepassing van artikel 25 van de Visumcode “op humanitaire gronden, vanwege het nationale belang of gelet op internationale verplichtingen”. Deze visumaanvraag wordt geweigerd op grond van artikel 32 van de Visumcode. Tegen deze visumweigering wordt een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging bij uiterst dringende noodzakelijkheid ingediend.
Voor een serene justitie
Alle magistraten bieden elke dag naar beste vermogen oplossingen voor concrete geschillen. Ze passen internationale verdragen, Europese regelgeving, nationale wetten of algemene beginselen toe op een individueel geval. Bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen behandelen we zaken die onlosmakelijk verbonden zijn met de mondiale migratiebewegingen die een grote uitdaging vormen voor onze hedendaagse samenleving. Wij zijn ons daar wel degelijk ten volle van bewust.
Richtlijnen indienen verzoekschrift tot schorsing bij UDN buiten kantooruren
Indien u van oordeel bent dat de uitspraak over een verwijderings- of terugdrijvingsmaatregel te laat zou komen als u via de gewone schorsingsprocedure een vordering zou indienen, kan u steeds een verzoekschrift tot schorsing bij Uiterst Dringende Noodzakelijkheid (UDN) indienen. (meer praktische info over de procedure zelf vindt u in de FAQ).
Een UDN procedure kan op drie manieren ingediend worden:
De imam uit Dison
Na beraad hebben de Verenigde Kamers van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de beroepen in het dossier van de imam uit Dison verworpen. De termijn om tegen deze arresten een eventueel administratief cassatieberoep in te stellen bij de Raad van State is nog niet verstreken waardoor de gevelde arresten momenteel nog niet definitief zijn. Verdere duiding volgt later.
Artikel 39/68-3
Een beroep tegen een beslissing tot weigering van de verlenging van het verblijf op grond van artikel 9ter van de vreemdelingenwet en tegen een bevel om het grondgebied te verlaten werd gevolgd door een beroep tegen een onontvankelijkheidsbeslissing van een aanvraag om machtiging tot verblijf op grond van artikel 9ter van de vreemdelingenwet en tegen een bevel om het grondgebied te verlaten.